Investeren in de basis voor voedingsbeleid – Signalement ZonMw
8 december 2023ZonMw pleit in hun publicatie ‘Investeren in de basis voor voedingsbeleid’ voor een specifiek onderzoeksprogramma gericht op de verdere ontwikkeling en verfijning van de Richtlijnen goede voeding. Voor een aantal specifieke doelgroepen, zoals mensen met gewichts- of gezondheidsproblemen, is namelijk niet genoeg informatie beschikbaar om specifieke richtlijnen te formuleren. Ook ontstaan er steeds grotere uitdagingen op het gebied van zorg, omdat de Nederlandse bevolking steeds ouder wordt en er steeds meer mensen zijn met chronische aandoeningen.
Onderzoek vaak bij gezonde mensen
De Richtlijnen goede voeding zijn gebaseerd op de stand van wetenschap, maar de onderzoeken zijn vaak gedaan bij gezonde, niet al te oude mensen met een gezond gewicht. Hierdoor is de vertaling naar een oudere en zwaardere doelgroep lastig. Daarnaast is het voor kwetsbare doelgroepen niet duidelijk wat hun specifieke voedingsbehoeftes zijn en ontbreekt informatie over vitaminen- en mineralentekorten. ZonMw concludeert dat het daarom tijd is voor een inhaalslag.
Gebrek aan gegevens over bepaalde voeding
De Gezondheidsraad werkt momenteel aan een serie adviezen over Richtlijnen goede voeding bij diverse chronische aandoeningen. Inmiddels zijn de eerste twee adviezen gepubliceerd: een richtlijn bij diabetes type 2 en een richtlijn bij hart- en vaatziekten. In beide adviezen werd geconcludeerd dat er voor de specifieke doelgroepen onvoldoende onderzoeksgegevens beschikbaar zijn over bepaalde voeding. De Raad adviseert daarom om op bepaalde terreinen meer aanvullend onderzoek te doen.
Aanvullend onderzoek nodig: Vitamine A tekort en ondervoeding bij overgewicht
Er worden in de publicatie een aantal voorbeelden van onderzoeksgebreken aangehaald, namelijk op het gebied van vitamine A tekort en ondervoeding bij overgewicht. Volgens de Voedselconsumptiepeiling (VCP) krijgt een aanzienlijk deel van de Nederlanders minder vitamine A binnen dan de norm. Het is echter onduidelijk of dit ook zorgt voor gezondheidsproblemen. Het is ook onduidelijk hoe alert zorgprofessionals zijn op de verschillende klachten die door een vitamine A tekort kunnen ontstaan. Als er aanwijzingen zijn vanuit de VCP voor een te lage inname dan zou er aanvullend voedingsstatus onderzoek gedaan moeten worden.
Een ander voorbeeld in de publicatie is ondervoeding en sarcopenie, te weinig spiermassa, bij overgewicht. Sarcopenie gaat gepaard met een groter sterfterisico en komt relatief vaak voor bij overgewicht, maar is op het oog lastig in te schatten. Bij een gezond gewicht is het namelijk te herkennen aan dunne armen en benen, maar bij overgewicht is dit niet zichtbaar. Sarcopenie in combinatie met overgewicht komt voornamelijk voor bij mensen van middelbare leeftijd (40-70 jaar) en dus niet alleen bij kwetsbare groepen met een hoge leeftijd (70+). Dit voorbeeld laat zien dat de kennis over de behoefte aan voedingsstoffen bij mensen met aandoeningen beperkt is.
Slagvaardig onderzoeksprogramma
Het is belangrijk dat de Gezondheidsraad en het Voedingscentrum hun adviezen kunnen optimaliseren voor groepen mensen met gewichts- en gezondheidsproblemen. Hiermee kan namelijk gezondheidswinst behaald worden. Daarom pleit ZonMw in het signalement voor een slagvaardig onderzoeksprogramma dat specifiek gericht is op het aanscherpen van de Richtlijnen goede voeding en het breder onderbouwen van de voedingsnormen. Ze pleiten voor een focus op het investeren in interventieonderzoek en het gebruik maken van data uit bestaande cohorten.