Jodiuminname in Nederland: een dalende trend

28 juli 2022

Jodium is een belangrijk mineraal dat nodig is voor het functioneren van de schildklier. De schildklier maakt hormonen aan die een rol spelen bij de groei en ontwikkeling van het zenuwstelsel van foetussen en jonge kinderen en belangrijk zijn voor de stofwisseling in het algemeen. De grond in Nederland bevat van nature weinig jodium, waardoor voedingsmiddelen ook een lage hoeveelheid jodium bevatten. Sinds 2006 monitort het RIVM de jodiuminname uit voeding. Hieruit blijkt dat de jodiuminname daalt. Het RIVM heeft recent opnieuw naar de jodiuminname van Nederlanders gekeken.  

Jodium wordt toegevoegd aan voedingsmiddelen

Doordat de Nederlandse grond arm is aan jodium wordt er aan (bakkers)zout vaak jodium toegevoegd. Brood en zuivel zijn volgens de voedselconsumptiepeiling de belangrijkste bronnen van jodium in Nederland. In 2008 is het Nederlandse verrijkingsbeleid voor het laatst herzien. Vanaf toen werd het toevoegen van gejodeerd zout toegestaan in bijna alle voedingsmiddelen, in plaats van alleen aan enkele productgroepen. Om er voor te zorgen dat de jodiuminname niet te hoog werd, dat heeft namelijk negatieve gevolgen, is de maximale hoeveelheid jodium in bakkerszout verlaagd van 70-85 mg naar 50-65 mg jodium per kg zout. Ook werd de maximale hoeveelheid jodium in huishoudelijk zout en vleesproducten verlaagd van 30-40 mg/kg en 20-30 mg/kg, naar 25 mg jodium per kilogram.

Mede vanwege campagnes om de hoeveelheid zout in levensmiddelen te verlagen is het nodig om de jodiuminname te monitoren. Gejodeerd zout levert een belangrijke bijdrage aan de jodiuminname. Een afname in de zoutinname kan daarom ook leiden tot een afname in jodiuminname.

Vaststellen van de jodium inname

Om de jodiuminname vast te stellen maakten de onderzoekers gebruik van het Lifelines Cohort. Het Lifelines cohort heeft als doel om inzicht te krijgen in gezond ouder worden. In dit cohort worden gegevens en lichaamsmateriaal, zoals bloed- en urinemonsters, verzameld van ruim 167.000 inwoners uit drie generaties woonachtig in Friesland, Groningen en Drenthe.

De onderzoekers gebruikten urine van deelnemers om de jodiuminname te bepalen. Daarnaast ontvingen de geselecteerde deelnemers een aanvullende vragenlijst waarin werd gevraagd naar het gebruik van (gejodeerd) zout en het gebruik van jodiumhoudende supplementen. Het invullen van deze vragenlijst was niet verplicht.

Jodium inname in Nederland in 2020 en 2021

De resultaten van het onderzoek laten zien dat de mediane jodiuminname van mannen en vrouwen boven de aanbevolen adequate inname (AI) van 150 µg/dag ligt. Voor mannen was de mediane inname 207 µg/dag en voor vrouwen 159 µg/dag. De mediaan is het midden van een gegevensverzameling. Bij een mediane inname heeft de ene helft een hogere jodium inname en andere de helft een lagere inname. Hoewel de mediane inname boven de AI ligt, is er een groep mensen die een inname ruim onder de AI heeft. Het bleek dat tussen de 2% en 7% van de vrouwen zelfs een inname lager dan 100 µg/dag heeft, ruim onder de AI.

Gezondheidsrisico op individueel niveau

De onderzoekers concluderen dat het risico op een te lage inname bij mannen klein is. Voor vrouwen is die conclusie ingewikkelder omdat, bij vrouwen tussen 18-40 jaar de mediane inname net onder de AI ligt, namelijk 149 µg/dag en bij vrouwen tussen 41-70 jaar net boven de AI, namelijk 161 µg/dag. Doordat het percentage vrouwen met een inname onder de gemiddelde behoefte minder is dan 10% concluderen de onderzoekers dat het risico op een potentieel volksgezondheidsprobleem klein is. Maar er kan, volgens de onderzoekers, op individueel niveau wel sprake zijn van een te lage inname, wat kan leiden tot gezondheidsklachten zoals een traag werkende schildklier

Mogelijke oorzaken van dalende Jodium inname

Wanneer de jodiuminname van het onderzoek uit 2020/2021 vergeleken wordt met de jodiuminname uit onderzoek van 2006/2007 blijkt dat mannen en vrouwen van 31-50 jaar 32% en 35% minder jodium binnen krijgen.

De verklaring van de onderzoekers is dat deze daling wordt veroorzaakt door aan de ene kant het veranderde verrijkingsbeleid en aan de andere kant de initiatieven om de zoutinname te verlagen en een veranderd voedingspatroon. Hierom is het belangrijk om de jodiuminname te blijven monitoren en mogelijk aanpassingen in de regelgeving te doen wanneer de jodiuminname verder naar beneden gaat. Daarnaast concluderen de onderzoekers dat het ook belangrijk is om de jodiuminname van zwangere en lacterende vrouwen te monitoren, omdat zij een hogere behoefte hebben. Wanneer vrouwen in de vruchtbare leeftijd precies voldoende jodium binnen krijgen is deze tijdens de zwangerschap mogelijk te laag.


Dinnissen, C. S., de Jong, M. H., Verkaik-Kloosterman, J., & Hendriksen, M. (2022). Jodiuminname van volwassenen in Noord Nederland in 2020-2021 en trend sinds 2006-2007. Resultaten van voedingsstatusonderzoek in het Lifelines cohort.